U bent hier:Home>Samenwonen en trouwen>Wat regel je bij samenwonen om gedoe bij uit elkaar gaan te voorkomen?
Thema Samenwonen en trouwen

Samenwonen: dit moet je regelen om later gedoe te voorkomen

Als je gaat samenwonen, zit je waarschijnlijk vol mooie toekomstplannen. Maar wat als jullie uit elkaar gaan? Of als één van jullie overlijdt? Het is slim om daar nu al rekening mee te houden. Zo sta je straks niet voor vervelende verrassingen.

Op deze pagina

    1. Zet het huurcontract op 2 namen 

    Woonde één van jullie eerst alleen in de huurwoning en kwam de ander er later bij? Neem dan contact op met de verhuurder om het contract op 2 namen te zetten. Als één van jullie overlijdt, kan de ander in ieder geval in het huis blijven wonen. Staat het contract alleen op naam van de persoon die overlijdt? Dan mag de ander nog maximaal 6 maanden in de woning blijven. Je kunt de verhuurder op dat moment wel vragen of je het huurcontract over mag nemen, maar de verhuurder mag weigeren.

    Gaan jullie uit elkaar? Dan zorgt een huurcontract op 2 namen ervoor dat jullie samen kunnen bepalen wie er in het huis blijft wonen. Vinden jullie dat de ene partner meer recht heeft op de woning? Bijvoorbeeld omdat hij of zij er al lang woont? Maak dan afspraken over wie in de woning blijft als jullie uit elkaar gaan en leg dit goed vast.

    2. Maak afspraken over het koophuis

    Was één van jullie de eigenaar van de woning en kwam de ander er later bij? Dan heeft een waardevermeerdering (of vermindering) van het huis alleen invloed op de eigenaar van de woning.  Dat is misschien niet eerlijk, bijvoorbeeld als jullie wel afspreken om de woonlasten te verdelen. Jullie kunnen in een samenlevingscontract afspraken maken over de waardeverandering van het huis. Laat dan de woning wel eerst taxeren. Zo weet je hoeveel de woning waard is.

    Als de eigenaar van de woning overlijdt dan wordt het huis eigendom van de erfgenamen. Samenwonende partners zijn niet automatisch elkaars erfgenamen. Daarvoor moet je een testament opstellen bij de notaris.

    Is de koopwoning van jullie beiden? Dan kun je regelen dat de ander in de woning mag blijven wonen met een verblijvingsbeding. Dit neem je op in je samenlevingscontract. Voor een samenlevingscontract hoef je niet naar de notaris, ook niet als je een verblijvingsbeding wil hebben.

    3. Maak een lijst van bezittingen en schulden

    Een lijst van bezittingen en schulden maakt duidelijk wat van wie is. Handig als jullie uit elkaar gaan, zo voorkom je ruzie. Houd ook goed bij welke bezittingen jullie (samen) vervangen. En lost de één de schuld van de ander af? Dan voorkom je veel gedoe als je dit netjes bijhoudt.

    Als één van jullie overlijdt geeft deze lijst de erfgenamen duidelijkheid. Als ze bezittingen willen opeisen kun je zo aantonen wat van wie was.

    4. Houd ontvangen schenkingen en erfenissen bij

    Misschien kreeg één van jullie in de periode dat jullie samenwoonden een schenking of erfenis. Noteer de bedragen en wat je ermee hebt gedaan. Dan kun je makkelijk bewijzen wat van jou was als jullie uit elkaar gaan of als één van jullie overlijdt.

    5. Bespreek de opbouw van jullie pensioen 

    Als je werkt bij een werkgever, bouw je vaak ouderdomspensioen op. Werkt of verdient één van jullie veel meer? Dan levert dat meestal ook een hoger ouderdomspensioen op. Als jullie uit elkaar gaan, deelt de ander niet in het opgebouwde ouderdomspensioen. Bij sommige pensioenuitvoerders is het mogelijk om het opgebouwde ouderdomspensioen te verdelen als jullie je relatie beëindigen. Neem contact op met je pensioenuitvoerder om te vragen of dit mogelijk is en wat je daarvoor moet doen. 

    Bij overlijden is er meestal sprake van een partnerpensioen. De partner die achterblijft ontvangt dan een maandelijkse uitkering. Hiervoor moet je wel als partner zijn aangemeld bij de pensioenuitvoerder. Vraag aan je werkgever of pensioenuitvoerder hoe je dit kunt regelen. Meestal kun je een partner pas aanmelden als jullie al een tijd op hetzelfde adres wonen of wanneer je een notariële samenlevingsovereenkomst hebt.

    6. Erken je kinderen 

    Komt er gezinsuitbreiding? Erken dan het kind. Dan zijn de kinderen erfgenaam van jou. En jij bent erfgenaam van je kind. Je hoeft het kind niet te erkennen als er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap met de moeder van het kind. Dan is de partner automatisch de ouder van het kind.

    Erkennen kan tijdens de zwangerschap, bij de aangifte van de geboorte of als je kind al ouder is. Bij kinderen tot 16 jaar moet de moeder meewerken. Je kunt je wel voorstellen dat dit misschien minder makkelijk gaat als jullie uit elkaar zijn.

    7. Vraag het gezag aan over je kinderen 

    Ligt de geboortedatum van het kind op of na 1 januari 2023? Dan krijg je na de erkenning meestal automatisch het ouderlijk gezag over je kind. Is het kind eerder geboren? Dan moet je zelf het gezag aanvragen. Dat kan online. Dit heb je nodig:

    • DigiD van jullie beiden,en
    • het burgerservicenummer (BSN) van jullie kind.

    Het BSN van je kind ontvang je een paar weken na de geboorteaangifte. Wil je hier niet op wachten? Dan kun je het gezag ook met een formulier aanvragen.

    Omgangsregeling is alleen mogelijk met gezag

    Gaan jullie uit elkaar? Dan is het zonder gezag voor de andere ouder vaak lastig om afspraken te maken over een omgangsregeling met de kinderen. Voor het alsnog aanvragen van het gezag moet de moeder meewerken. Wil je partner dat niet, dan kun je naar de rechter stappen. Dit kun je voorkomen door nu meteen het gezag aan te vragen.

    Gezamenlijk gezag aanvragen
    Link naar de website van de Rechtspraak

    U bent hier:Home>Samenwonen en trouwen>Wat regel je bij samenwonen om gedoe bij uit elkaar gaan te voorkomen?