Ga je bijna met pensioen? Dan is het belangrijk om te checken hoeveel je straks ontvangt en hoeveel je nodig hebt. Dit is ook het moment om een aantal belangrijke keuzes te maken voor je pensioen.
De hoogte van je AOW-uitkering hangt af van je woonsituatie (alleenstaand of samenwonend) en hoelang je in Nederland hebt gewoond en/of gewerkt. Geef veranderingen in je woonsituatie daarom binnen 4 weken door aan de SVB.
Werk je in loondienst? Dan is de kans groot dat je werknemerspensioen hebt opgebouwd. Hoeveel pensioen je krijgt, vind je op Mijnpensioenoverzicht.nl. Denk je dat er iets ontbreekt? Neem dan contact op met de pensioenuitvoerder.
Ben je zelfstandig ondernemer? Dan moet je zelf je pensioen regelen. Dat pensioen vind je niet op Mijnpensioenoverzicht.nl.
De ingangsdatum van je AOW ligt vast. In je pensioenregeling staat een pensioenleeftijd. Dit is de leeftijd waarop jouw pensioen ingaat als jij niets verandert. Vaak is dat 68 jaar. Je kunt ervoor kiezen om je pensioen eerder te laten ingaan. Hierdoor wordt je pensioenuitkering wel lager. Je bouwt namelijk minder lang pensioen op. En je pensioenpot wordt verdeeld over een langere periode.
Bekijk de voorwaarden, voordelen en nadelen van eerder of later met pensioen gaan. En bedenk wat het beste bij je past.
Heb je een lijfrenteverzekering of bankspaarrekening? Dan moet je ook bepalen wanneer je de uitkering daarvan laat ingaan.
Bereken hoeveel geld je na je pensionering nodig hebt. Hoe hoog zijn je woonlasten straks? Wat voor wensen heb je na je pensionering? Verwacht je dat je op een gegeven moment hogere zorgkosten krijgt? Check of het pensioen, spaargeld en je eventuele andere inkomsten hoog genoeg zijn om de kosten te betalen. Let erop dat ook belastingen en toeslagen veranderen na jouw pensioen. Geef je nieuwe situatie op tijd door aan de Belastingdienst.
Je kunt ook kiezen voor een hoog-laag pensioen. Je hebt dan eerst een aantal jaar een hoger werknemerspensioen en daarna een lager pensioen tot aan je overlijden. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als je hypotheek nog niet is afgelost, of als je eerder stopt met werken. Je ontvangt dan nog geen AOW en hebt tijdelijk meer pensioeninkomen nodig. Het lage pensioen moet minimaal 75% van het hoge pensioen bedragen. Je moet dit uiterlijk op de pensioendatum aangeven.
Houd er rekening mee dat dit gevolgen heeft voor jouw belastingaangifte en toeslagen. Vraag je altijd af of het lage pensioendeel voldoende is om van rond te komen, ook als je zorgkosten stijgen.
Een AOW-gat betekent dat je minder AOW ontvangt dan verwacht. Bijvoorbeeld omdat je tijdelijk in het buitenland woonde. Of omdat je eerder met pensioen bent gegaan dan de AOW-leeftijd. Ook kan het zo zijn dat je prepensioen of wachtgeld al stopt voor je AOW-leeftijd. Vroeger was de AOW-leeftijd namelijk lager.
Als er een leeftijdsverschil is met je partner, dan krijgt de ene persoon eerder AOW dan de andere. De oudste partner ontvangt alleen AOW voor zichzelf. Niet voor de jongere partner. Heeft de jongste partner geen inkomen of gaat deze minder werken? Dan kan dit tijdelijk voor een lager gezamenlijk inkomen zorgen.
Wanneer je overlijdt, stopt jouw AOW al na een dag. Als jouw partner ook AOW ontvangt, dan wordt het bedrag van je partner aangepast. Je partner krijgt dan recht op een hogere AOW-uitkering.
Check of je partner en/of kinderen nabestaandenpensioen ontvangen als je overlijdt. Dat kan via Mijnpensioenoverzicht.nl en via je pensioenuitvoerder. Voor de hoogte van het nabestaandenpensioen maakt het vaak uit of je voor of na de pensioendatum overlijdt. En wat voor type pensioen je hebt. Ook is het belangrijk dat jouw partner is aangemeld bij de pensioenuitvoerder.
Ben je in het verleden gescheiden? Dan heeft je ex-partner vaak recht op een bijzonder nabestaandenpensioen. Dit pensioen gaat af van het nabestaandenpensioen voor je huidige partner.
Denk je dat het nabestaandenpensioen niet voldoende is? Dan kun je vaak een stukje van je ouderdomspensioen ruilen voor een hoger nabestaandenpensioen. Dat kan op 2 momenten: op je pensioendatum of als je stopt met werken bij je huidige werkgever. Ruilen van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen is vaak zinvol als het nabestaandenpensioen op risicobasis is. Check hiervoor de voorwaarden van je pensioenuitvoerder.
Bij bepaalde pensioenregelingen krijg je vanaf je pensioendatum een afgesproken uitkering van de pensioenuitvoerder waar je ook het pensioen hebt opgebouwd. Dit is anders als je een beschikbare premieregeling hebt. Vaak heb je dan een pensioenbedrag bij elkaar gespaard. Hiermee moet je kort voor je pensionering een pensioenuitkering kopen. Als jouw pensioenuitvoerder een verzekeraar is, dan kan dit ook bij een andere pensioenuitvoerder dan waar je het pensioen hebt opgebouwd. Vraag bij je pensioenuitvoerder of een financieel adviseur na hoe dit werkt.
Ben je eerder getrouwd geweest of had je een geregistreerd partnerschap? Dan heeft je ex-partner vaak recht op een deel van jouw ouderdomspensioen. In principe krijgen jullie allebei de helft van het pensioen dat je hebt opgebouwd in de tijd dat jullie getrouwd waren. Dit is wel afhankelijk van het moment van de scheiding. Maar ook van de afspraken die jullie hebben gemaakt. En misschien heb jij ook recht op een deel van het pensioen van je ex-partner.
Op 1 januari 2019 zijn alle minipensioenen vervallen. Dat zijn pensioenen tot €2 bruto per jaar. Ook zijn op 1 januari 2019 de regels veranderd voor pensioenen tussen €2 en €592,51 per jaar. Het kan zijn dat jouw kleine pensioen is overgedragen aan je laatste pensioenuitvoerder. Of dat het inmiddels is afgekocht. Je hebt het geld dan al ontvangen. Hierdoor heb je geen recht meer op dat pensioen.
Mis je toch nog een pensioenregeling in het overzicht op Mijnpensioenoverzicht.nl? Neem dan contact op met de pensioenuitvoerder waar je pensioen opbouwde.
Als je met pensioen gaat, komt er veel op je af. Je moet veel keuzes maken. Ook zijn er gevolgen voor bijvoorbeeld je belastingen en toeslagen. Je kunt hiervoor eenvoudig een persoonlijke checklist maken zodat je weet wat je nog moet regelen.