Wijzer in geldzaken heeft sinds 2013 een tool waarmee iedereen zijn persoonlijke AOW-leeftijd uit kan rekenen. Omdat er veel onduidelijkheid is over de verhoging van de AOW-leeftijd, zes vragen over de stijging en de resultaten in de tool.
De AOW-leeftijd gaat tot 2025 in stappen omhoog van 65 naar 67 jaar. Vanaf 2025 is de stijging van de AOW-leeftijd afhankelijk van de levensverwachting van inwoners van Nederland. Hoe deze stijging verloopt is vastgelegd in een wet.
De wet regelt dat de regering vanaf 2016 jaarlijks moet vaststellen wat over vijf jaar de AOW-leeftijd is. In de wet staat een formule om uit te rekenen wat de verhoging moet worden. In het Pensioenakkoord 2019 is afgesproken dat de stijging minder snel gaat.
De regering gaat uit van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De afgelopen eeuw zijn Nederlanders gemiddeld flink ouder geworden. In 1950 had een man van 65 gemiddeld nog ongeveer 14 jaar te leven, hij werd dus 79 jaar oud. In 2013 was dat ongeveer 18 jaar. De verwachting is dat deze stijging de komende jaren doorzet. Een man die in 2030 65 wordt heeft dan waarschijnlijk nog 20 jaar te leven, hij wordt dus 85 jaar oud.
De tool berekent op basis van een geboortedatum de AOW-leeftijd. Daarbij gebruikt de tool de formule uit de wet en de huidige voorspelling voor de levensverwachting. Deze cijfers lopen tot 2060. De berekening laat zien dat de AOW-leeftijd in dat jaar 69 jaar en 6 maanden zal zijn.
Als de voorspellingen van de levensverwachting veranderen, zal de AOW-leeftijd sneller of minder snel stijgen. Zodra er nieuwe cijfers zijn voor de levensverwachting zullen die in de tool worden ingevoerd. Daarnaast zou het kunnen dat de overheid op een gegeven moment besluit dat de AOW-leeftijd niet verder moet stijgen of zelfs moet dalen.
De huidige wet is heel duidelijk over de ontwikkeling van de AOW-leeftijd. Deze stopt niet na 2025, als de AOW-leeftijd 67 is. Het is juist de bedoeling van de wet dat de AOW-leeftijd doorstijgt. Met de tool wijst Wijzer in geldzaken mensen erop dat ze er niet vanuit moeten gaan dat ze vanaf hun 67e AOW krijgen. Zo hebben ze de mogelijkheid om zich hierop voor te bereiden.