Als je kind uit huis gaat, verandert er veel. Met welke geldzaken moet jouw kind rekening houden, waarmee kun jij je kind helpen en wat verandert er in jouw eigen geldzaken?
Zoek samen uit welke inkomsten en kosten je kind kan verwachten als je kind uit huis gaat. Help met het maken van een begroting en het bijhouden van een boekhouding. Geef je kind de tip om in het begin een (digitaal) huishoudboekje bij te houden. Dit laat goed zien waar het geld naartoe gaat.
Kinderen tot 18 jaar zijn voor de zorgkosten gratis met hun ouders meeverzekerd. Na de 18e verjaardag van je kind moet er wel premie worden betaald.
Als je kind gaat studeren, is het vaak mogelijk om je kind op jouw polis te laten staan. Maar het kan handiger zijn om toch een aparte zorgverzekering af te sluiten. Voor jongeren zijn er namelijk speciale zorgverzekeringen met een lagere premie. Kijk wel of die goedkope zorgpolis goed past. Controleer ook direct of je kind recht heeft op zorgtoeslag.
Andere verzekeringen om te controleren zijn bijvoorbeeld de aansprakelijkheidsverzekering en doorlopende reisverzekering. Als je kind gaat studeren, is het meestal nog bij jou verzekerd.
Als je kind op eigen benen staat, moet het zelf geldzaken regelen. Zet abonnementen over op naam van je kind. Denk aan een abonnement voor de telefoon, tijdschriften, streamingsdiensten, de sportschool of sportclubs.
Gaat je kind uit huis vanwege een studie? Spreek dan af hoeveel je elke maand bijdraagt aan de studie. De overheid gaat ervan uit dat ouders een deel van de studiekosten betalen. Hoeveel dat is, hangt af van je inkomen. Je kunt ook met je kind afspreken dat je bepaalde dingen betaalt. Zoals collegegeld, boeken en huur. Je kind betaalt dan de overige kosten.
Veel ouders sparen op een speciale spaarrekening voor hun kinderen. Als een kind 18 jaar wordt, krijgt het dat bedrag. Bespreek met je kind wat het met deze spaarpot doet en wie het geld beheert.
Is je kind 18 jaar of ouder en volgt het voltijd vmbo, havo, vwo of vavo? Dan kan hij of zij tegemoetkoming scholieren krijgen. Tegemoetkoming scholieren bestaat uit 2 onderdelen: de basistoelage en de aanvullende toelage. Doet je kind van 18 jaar of ouder vavo en moet het lesgeld betalen? Dan krijgt hij of zij daarnaast een vergoeding voor het lesgeld.
Studeert je kind aan het mbo, hbo of universiteit? Vraag dan studiefinanciering aan. Studiefinanciering bestaat uit verschillende onderdelen, zoals de basisbeurs, aanvullende beurs en het studentenreisproduct. Hoeveel aanvullende beurs je kind krijgt, hangt onder andere af van het inkomen van jullie als ouders en van hoeveel broers en zussen er zijn. Daarnaast kan je kind geld lenen voor de studie.
Ouders en grootouders kunnen kinderen geld schenken, bijvoorbeeld voor een studie. Lees voor tips de 12 vragen en antwoorden over schenkbelasting.
Als je kind niet meer bij je woont, verandert er ook iets in jouw geldzaken. Misschien heb je extra uitgaven omdat je de kosten voor de studie en studentenkamer betaalt. Of juist minder omdat je bespaart op boodschappen.
Ook je inkomsten kunnen veranderen. Er wonen nu minder mensen bij je, wat misschien invloed heeft op je toeslagen of uitkering. Zet je nieuwe inkomsten en uitgaven op een rij zodat je ziet hoe je ervoor staat.