Als je kind gaat studeren krijg het te maken met hoge kosten. Denk aan het collegegeld, de aanschaf van studieboeken en misschien ook het huren van een kamer. Hoeveel moet je bijdragen en wat is redelijk? 8 vragen over de studiebijdrage voor je kind.
De overheid gaat ervan uit dat ouders, studenten en de overheid samen de kosten van studeren delen. De overheid draagt bij in de vorm van een basisbeurs. Studenten met ouders die weinig verdienen kunnen een aanvullende beurs aanvragen. Ook kan een student bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) geld lenen voor de studie. Daarnaast heeft een student recht op een studentenreisproduct.
De basisbeurs, aanvullende beurs en het studentenreisproduct zijn vaak een gift. Dit is het geval als je kind:
In dit laatste geval spreken we daarom van een prestatiebeurs. Wordt het diploma niet op tijd behaald dan moet je kind de ontvangen studiefinanciering terugbetalen, inclusief rente. Er is een belangrijke uitzondering. Je kind hoeft het ontvangen bedrag niet terug te betalen als je kind in het 1e studiejaar de studiefinanciering stopzet voor 1 februari. Een rentedragende lening of collegegeldkrediet moet wel altijd worden terugbetaald.
Heb je vragen over studiefinanciering? Neem dan contact op met DUO.
Mbo-, hbo- en universitair-studenten hebben recht op een basisbeurs als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. De basisbeurs is een maandelijkse bijdrage van de overheid aan de studiekosten. De basisbeurs is niet afhankelijk van het inkomen van de ouders. Uitwonende studenten krijgen een hoger bedrag dan thuiswonende studenten.
Verdien je als ouder niet zoveel? Dan kan jouw kind een aanvullende beurs aanvragen. Dat is, net als de basisbeurs, voor mbo 1 en 2 studenten een gift en voor alle andere studenten een prestatiebeurs.
De aanvullende beurs vraagt je kind aan bij DUO. Vervolgens controleert DUO bij de Belastingdienst wat het inkomen van de ouder is. Je hoeft jouw kind dus niet te vertellen hoeveel jij verdient.
De aanvullende beurs kan je kind ook gedurende het studiejaar aanvragen. Heeft je kind recht op de aanvullende beurs? Dan geldt dit met terugwerkende kracht vanaf het begin van het studiejaar.
Je kind kan bij DUO ook geld lenen voor de studie. Dit heet een rentedragende lening. DUO maakt het bedrag maandelijks over naar je kind. Vervolgens beslist je kind zelf waarvoor het geld wordt gebruikt. Het geleende geld (de studieschuld) moet je kind na afloop van de studie terugbetalen aan DUO. Ook betaalt je kind rente over deze lening.
Een lening bij DUO is voordeliger dan bijvoorbeeld een normale lening bij een bank. Zo is de rente lager en mag je kind langer doen over het terugbetalen. Ook is het maandbedrag afhankelijk van hoeveel je kind verdient. Maar het blijft een lening. Dat betekent dat het invloed heeft op de financiële toekomst van je kind. Bijvoorbeeld op hoeveel geld je kind kan lenen om een huis te kopen.
DUO biedt studenten de mogelijkheid om geld te lenen omdat studeren zo voor meer jongeren financieel haalbaar wordt. Vraag je wel altijd af hoeveel geld je echt nodig hebt. Je kind kan ook minder dan het maximale bedrag lenen.
Studenten aan het hbo of de universiteit kunnen naast de rentedragende lening ook een collegegeldkrediet aanvragen bij DUO. Dit is speciaal bedoeld voor het betalen van collegegeld.
Het Nibud heeft studenten gevraagd of hun ouders een bijdrage leveren aan hun studie. Uit dit onderzoek blijkt dat 68 procent van alle studenten geld van hun ouders kreeg. Uitwonende studenten ontvangen gemiddeld €339 per maand, thuiswonende studenten krijgen €109 per maand (Nibud studentenonderzoek 2021).
Ouders hebben een onderhoudsplicht voor hun kinderen totdat ze 21 zijn. Dat betekent dat je er verantwoordelijk voor bent dat je kind onderdak, kleding, voeding, scholing en medische hulp krijgt. De overheid gaat er daarom vanuit dat je meebetaalt aan de studie van je kind, als dat financieel mogelijk is. Heb je een conflict met je kind en betaal je daarom niet mee aan de studie? Dan kan je kind in sommige gevallen toch een aanvullende beurs krijgen.
Als je kind 18 jaar wordt, verminderen de inkomsten van de ouders. De kinderbijslag en het kindgebonden budget stoppen. Als je kind halverwege een kwartaal 18 wordt, krijg je nog voor dat hele kwartaal de kinderbijslag van de Sociale Verzekeringsbank.
Het kindgebonden budget wordt maandelijks betaald door de Belastingdienst. Dit stopt met ingang van de maand nadat je kind 18 is geworden. Ook eventuele toeslagen kunnen veranderen, bijvoorbeeld je huurtoeslag.