Het krijgen van een kind heeft financiële gevolgen. Je hebt bijvoorbeeld extra kosten. Ook verandert je inkomen. Met deze 11 tips ben jij goed voorbereid op de financiële gevolgen van gezinsuitbreiding.
Het krijgen en opvoeden van kinderen kost geld. Denk bijvoorbeeld aan de eenmalige kosten voor het inrichten van de babykamer. Maar ook aan doorlopende kosten zoals luiers, voeding, kleding, kinderopvang en school- en studiekosten.
En misschien dalen je inkomsten omdat jullie minder gaan werken. Maak een overzicht van je inkomsten en (verwachte) uitgaven zodat je weet hoe je ervoor staat.
Elke ouder heeft recht op kinderbijslag. Kinderbijslag is een bijdrage in de kosten voor de verzorging van kinderen tot 18 jaar. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) regelt dit namens de overheid. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de leeftijd van je kind en waar je kind woont.
Nadat je de geboorte van je kind doorgeeft bij de gemeente krijg je automatisch bericht van de Sociale Verzekeringsbank. Hierin staat hoe je de kinderbijslag aanvraagt. Tot je kind 18 jaar is ontvang je elk kwartaal kinderbijslag.
Het kindgebonden budget is een extra bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Niet iedereen heeft hier recht op. Dit is afhankelijk van het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en het inkomen en vermogen van de ouders. Controleer of je recht hebt op deze toeslag op de website van de Belastingdienst.
Als je kind naar een geregistreerde kinderopvang gaat, heb je misschien recht op kinderopvangtoeslag. Dit is een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang. Hoeveel toeslag je krijgt, hangt af van je inkomen (na aftrekposten) en het aantal kinderen dat naar de opvang gaat.
Een kind krijgen kan ook gevolgen hebben voor andere toeslagen, zoals de zorgtoeslag en huurtoeslag. Als je samenwoont en een kind krijgt, word je namelijk automatisch toeslagpartner van je partner. Was je dat nog niet? Dan is het slim om je toeslagen aan te passen. Zo voorkom je dat je later een groot deel van je toeslagen moet terugbetalen.
Waren jullie al wel toeslagpartners? Ook dan is het slim om je toeslagen te checken. Misschien gaan jullie wel minder verdienen omdat jullie minder gaan werken na de geboorte van jullie kindje. Ook dit heeft invloed op de toeslagen.
Je hebt tenminste 16 weken recht op verlof en een uitkering als je zwanger bent en werkt of een uitkering krijgt.
Vraag de zwangerschapsuitkering altijd minimaal 2 weken voor de gewenste ingangsdatum aan.
Als werkende ouder heb je het recht om tijdelijk minder te werken en tijd te besteden aan de zorg voor je kinderen. Dit heet ouderschapsverlof. De maximale duur van het ouderschapsverlof is 26 x het aantal uren dat jij per week werkt. Als je bijvoorbeeld 30 uur werkt, dan is het ouderschapsverlof maximaal 26 x 30 = 780 uur. Je kunt het verlof opnemen tot je kind 8 jaar wordt.
Je hebt recht op 9 weken betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van je kind. Je krijgt dan een UWV-uitkering ter hoogte van 70% van jouw dagloon (tot 70% van het maximum dagloon).
Of je de overige uren die je opneemt ook betaald krijgt, ligt aan je werkgever. Soms worden hier afspraken over gemaakt in een cao. Zelfs als je niet betaald krijgt, kan ouderschapsverlof gunstig zijn. Na je verlof heb je namelijk het recht weer terug te keren naar het aantal uren dat je voor je verlof werkte.
Tijdens het ouderschapsverlof loopt je pensioenopbouw soms wel door. Dit hangt af van je pensioenregeling.
Partners die in loondienst werken hebben recht op 1 week geboorteverlof. Tijdens deze periode betaalt de werkgever het loon door. De partner kan het verlof zelf indelen maar moet het wel binnen 4 weken na de geboorte opnemen.
Het geboorteverlof kan verlengd worden met aanvullend geboorteverlof voor partners. Dit verlof duurt 5 weken. De partner ontvangt tijdens deze 5 weken een uitkering van het UWV. Deze uitkering is maximaal 70% van het dagloon (en maximaal 70% van het maximumdagloon). De partner moet dit verlof binnen 6 maanden na de geboorte opnemen.
Geef de komst van je kind zo snel mogelijk door aan je verzekeraars. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de dekking en premie. Check ook direct of de verzekeringen nog aansluiten op jouw wensen. Doe dit regelmatig. Zo weet je zeker dat je goed verzekerd bent en kunt rekenen op een uitkering als dat nodig is. Kijk naar de volgende verzekeringen:
Als je bij je werkgever pensioen opbouwt, heeft je partner vaak recht op een nabestaandenpensioen als jij overlijdt. Ook je kind kan hier recht op hebben. Check of dit ook bij jou het geval is. Deze uitkering maakt het voor jouw nabestaanden makkelijker om rond te komen als jouw inkomen wegvalt.
Controleer ook of jouw partner al is aangemeld bij het pensioenfonds. Als je samenwoont zonder geregistreerd partnerschap gebeurt dat niet automatisch. Neem contact op met je pensioenuitvoerder om dit te regelen.
Wil je gaan sparen voor je kind? Bedenk dan waarvoor je spaart en hoeveel geld je hiervoor (maandelijks) opzij moet zetten. Dit geld kun je bijvoorbeeld sparen op een spaarrekening. Ook opa’s en oma’s kunnen hier geld op storten.
Sparen op naam van je kind is een vorm van geld schenken. Mogelijk moet hierover schenkbelasting worden betaald. Dat ligt aan de hoogte van het bedrag en aan wie het geld schenkt.
Misschien moet je ook belasting betalen over je totale vermogen. Het vermogen van minderjarige kinderen telt namelijk mee bij het vermogen van de ouders.
Bekijk nu alvast de tips voor na de geboorte van je kind. Ook handig voor als je al oudere kinderen hebt. Per leeftijdsgroep hebben we handige tips verzameld die jou helpen met je geldzaken.